Dolende ridder

 

 

je weeft wereld in beelden vast

waarbij je haar tot onschuld wast

fijne trilling, pure ziel

die al het kwaad doet wijken

 

zo zacht, zo wijs, vol mededogen

stralend van ver uit held’re ogen

verlangen te geven, kan niet kwijt

waar vind hij zijn gelijken?

 

 

traag slaat de klok van eenzaamheid

breekt lans en schild voor de mensheid

dwaalt tussen wereld oud en nieuw

kun je de kust bereiken?

 

 

terwijl ik je een vangnet reik

mijn hart teder het jouwe strijkt

oneindig ver de horizon

waarnaar we samen kijken

 

 

 

 

gedachten, die meer dan vluchtig wilden zijn ….