Als winterschaduwen vroeg vallen het huis zijn kamerjas aantrekt een schemerkaarsje aangestoken de kachel soms wat vlammen lekt gedachten dwalen wond're wegen wat ook hun oorsprong wezen zou, als op kompas kiezen ze richting en wenden zich altoos naar jou
blik mistvertroebeld, niets meer helder tranen vloeien zacht op reis zilveren sporen strelen wangen vlechten van eenzaamheid bewijs jouw tijd oneerlijk vroeg gekomen ons sprookje pas beginnen zou zou zo graag even met je praten kan winter eindigen zonder jou?
Opgenomen in de bundel 'Dichter in Gedachten' ter ere van wijlen Ed Klein Goldewijk